In een recente uitspraak heeft de kantonrechter een oordeel gegeven over de vraag of het uitschelden van een leidinggevende voor “fucking hoer” genoeg reden is voor ontslag op staande voet.
De zaak
Kort gezegd had de werkgever (Sligro) de werknemer op staande voet ontslagen, omdat de werknemer zijn teamleidster had uitgescholden voor “fucking hoer”. De werknemer had zich vervolgens op het standpunt gesteld dat het ontslag op staande voet niet terecht was gegeven en was hierover een procedure begonnen.
In de procedure is overigens niet vast komen te staan of de werknemer zijn teamleidster inderdaad had uitgescholden. De kantonrechter is er echter veronderstellenderwijs vanuit gegaan dat de medewerker de teamleidster had gescholden. De kantonrechter stelde in de uitspraak voorop dat een werknemer een collega of leidinggevende niet voor “fucking hoer” behoort uit te maken. Ook was de kantonrechter het met Sligro eens dat dergelijk gedrag niet hoeft te worden geaccepteerd en een maatregel op zijn plaats was. De kantonrechter was het echter niet met Sligro eens dat het gebruik van deze woorden altijd – onder alle omstandigheden – een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Hierbij mag volgens de kantonrechter niet uit het oog worden verloren dat het ontslag op staande voet de meest vergaande en ingrijpende maatregel is die ons ontslagrecht kent. Deze maatregel is alleen op zijn plaats als het gedrag van de werknemer (in het concrete geval) zo ernstig is, dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat hij de dienstbetrekking nog voortzet.
Met name omdat de er al geruime tijd tussen diverse werknemers en de uitgescholden teamleidster sprake was van een gespannen verhouding, kwam de kantonrechter tot het oordeel dat het ontslag op staande voet vanwege het uitschelden van de teamleidster een te ingrijpende maatregel was. Ook woog mee dat er geen eerdere incidenten waren geweest, waarbij de medewerker collega’s of leidinggevenden onheus had bejegend. Van de teamleidster mocht worden verwacht dat zij tegen een stootje is opgewassen, aldus de kantonrechter. Het ontslag op staande voet hield daarom geen stand.
Mogelijkheden ontslag op staande voet
In deze zaak is de kantonrechter tot het oordeel gekomen dat het uitschelden van de leidinggevende niet kon leiden tot een ontslag op staande voet. Uit de zaak kan echter niet de conclusie worden getrokken dat het uitschelden van een leidinggevende nooit kan leiden tot een ontslag op staande voet. Er zijn situaties denkbaar waarin wel degelijk het uitschelden kan leiden tot ontslag op staande voet. Dit heeft bijvoorbeeld te maken met de vraag of er in het verleden al eerder incidenten met de betrokken medewerker zijn geweest.
Overigens was de arbeidsovereenkomst in een eerdere procedure al wel ontbonden door de kantonrechter. De grondslag voor ontbinding was een andere grondslag dan de grondslag voor een ontslag op staande voet. Het uitschelden van de teamleidster heeft dus wel geleid tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, alleen dus niet op grond van een ontslag op staande voet.
Omdat een ontslag op staande voet vrijwel altijd leidt tot gerechtelijke procedures, is het aan te raden om bij een voorgenomen ontslag op staande voet altijd juridisch advies in te winnen.
Heeft u vragen over deze uitspraak of heeft u andere arbeidsrechtelijke vragen, neem dan vrijblijvend contact op met Paul Gerritsen tel.: 020 334 26 19 / email: pgerritsen@kernadvocatuur.nl